Actueel
Haar zoektocht naar ervaringsverhalen tot diep in de archieven van de regiogemeenten van Gooi en Vechtstreek (acht gemeenten, waaronder Hilversum) leidde tot een bewogen geschiedenis.
Historica Henke van der Heiden schreef een goed onderbouwde ode aan de veerkracht van cliënten en hun naasten in psychiatrie en gehandicaptenzorg. Haar boek Elke tijd zijn eigen gekte. Portretten van geestelijke verwarring door de eeuwen heen, 1500 – 2020 rolde zojuist van de pers.
Het boek bevat vijf historische perioden met een gedegen inleiding en toelichtende kaders bij achttien persoonlijke levensverhalen. Meeslepende portretten, waarin de persoonlijke historie verweven is met die van de cliëntenbeweging. Daarin ontvouwt zich tegelijk de geschiedenis van de Nederlandse psychiatrie.
Illusie
De auteur raakte duidelijk onder de indruk van de professionele – betaalde – ervaringsdeskundigen die zij in haar werk voor Gooi- en Vechtstreek ontmoette: ‘Ze doen niet mee aan de illusie dat alles maakbaar is en iedereen succesvol moet zijn. (...) Dat maakt dat zij bevrijdend kunnen zijn voor onze samenleving,’ schrijft ze. ‘Hun verhalen getuigen van een levenskunst waar we allemaal van kunnen leren.’
Professionele ervaringsdeskundigen leerden hun ervaringen in te zetten voor anderen. ‘Daarbij maakt het niet uit of het gaat om een ervaringsdeskundige met een verstandelijke beperking, of met een psychische kwetsbaarheid’, betoogt de historica. ‘Het is ongelofelijk om te zien hoe zij opbloeien en wat een potentie zij hebben. (…) Ze inspireren iedereen die ze ontmoeten, omdat ze de schaamte voorbij zijn.’
Ambtelijk apparaat
Als beleidsadviseur dook Van der Heiden met duidelijk plezier in de regionale archieven.
In deel drie/ 1884-1945 Geld en regels. De rol van het rijk, de provincie en de gemeenten
laat zij zien dat de werkwijze van het ambtelijk apparaat ‘op het eerste gezicht’ niet zo heel veel afwijkt van de huidige gang van zaken.
Ter illustratie volgt een ontroerend portret van ‘Adriaan’, uit het Weesp van 1875, over ‘alcoholverslaving in een spoorfamilie.’
Deel vier/ 1960-2020 De Kanteling. De cliëntenbeweging en de-institutionalisering beschrijft de emancipatie die in allerlei cliënten- en familiegroepen plaatsvond. In de inleiding stelde de historica al vast dat labelen als ‘een specifieke psychiatrische aandoening’, of ‘ziekte’ een tijd- en plaatsgebonden interpretatie is.
Dennendal
In de jaren ‘50 werden ouders van kinderen met verstandelijke beperkingen actief in verenigingen. Via het ‘drama van Dennendal’ begin jaren ‘70 beschrijft Van der Heiden de onontkoombare vernieuwing van de toenmalige zwakzinnigenzorg.
Het is leuk om te lezen over het ontstaan van deze sterke cliëntenbeweging van- en voor mensen met een verstandelijke beperking: de Landelijke Federatie van Belangenverenigingen, Onderling Sterk.
Het laatste deel De Herstelbeweging. De ultieme emancipatie van patiënten en naasten, bevat dezelfde gedegen inleiding en ontroerende portretten, gelardeerd met feitenkaders. Het boek (van de WalburgPers), in dundruk met mooie foto’s en historische illustraties, drukt bewogenheid uit, leest als een trein en is daarmee een nieuwe parel aan het snoer van de geschiedenis van de cliënten- en familiebeweging.