Actueel
Vrijplaatsen zijn van alle tijden. In de historische betekenis is een vrijplaats een plek waar men vrij was van gerechtelijke vervolging. Die betekenis is gaandeweg verruimd.
Het ‘Kennisplein de ervaringsdeskundige’ beschrijft de vrijplaats in 2019 als ‘ontmoetingsplekken van gelijkgestemden in al hun diversiteit; plekken waar gehaald en gebracht wordt, waar men vrij kan denken en experimenteren in een veilige omgeving.’
Ik herinner me dit soort vrijplaatsen al uit de Amsterdamse jaren ’60. De opstandige jongeren waar ik toe behoorde, ook wel ‘langharig werkschuw tuig’ genoemd, kochten hun eerste legale haschies in de theehuizen van culturele jongerencentra als Paradiso en Lijn 3. Hier kon je veilig experimenteren, omdat hard-drugs er met een uitgekiend beleid van gemeentelijke ‘huisdealers’, buiten de deur werden gehouden.
Love & peace
De tolerante hoofdstad was tot begin de jaren ‘70 een internationale vrijplaats, waar ‘love en peace’ van Vondelpark tot de Dam floreerden. Tien jaar later was die sfeer een stuk grimmiger. Je zag het gebeuren. In de opmaat naar de eerste economische crisis kreeg de harddrugshandel grip op de commerciële koffieshopcultuur.
De crisisjaren ’80 met de eerste grote werkloosheid braken aan. Samen met keiharde bezuinigingen op het jeugdwerk leidde dit tot duizenden heroïneverslaafden in de grote steden, vooral de ‘arbeidersjeugd’ en jonge migranten uit Suriname waren de klos. Een hele generatie afgestudeerde studenten kwam in de bijstand terecht.
Ervaringsdeskundigen
In 1989 spotte ik als stadsverslaggeefster in Amsterdam een gloednieuwe vrijplaats: De Roos in de Vondelstraat. Het rook er als vanouds naar wierrook, er was een theehuis en je had er yoga. Maar De Roos was van meetafaan zakelijker ingestoken, de hippiecultuur (bloot en blowen) had er definitief afgedaan. Dertig jaar later, in 2019 huurt de post-HBO opleiding voor ervaringsdeskundige beroepen er lokalen. Zo is de circel, wat mij betreft, weer rond.
Op een mooie dag aan het Vondelpark, krijg ik in de Roos, een dik boek overhandigd. Vijftig (!) auteurs beschrijven in ‘Van levenservaring naar ervaringsdeskundigheid’ (2018) de didactiek van ervaringskennis. Eén van die auteurs, Martijn Kole, is internationaal expert op het gebied van ‘peersupport’ in de ggz. Ik ontmoette hem toevallig in 2017 bij de promotie van herstelonderzoeker Wilma Boevink, met wie hij de kneepjes van het vak ontwikkelde.
Enik
Martijn krijgt een portret in mijn boek over de nieuwste geschiedenis van 'De cliëntenbeweging' waarin de laatste twintig jaar veel is gebeurd. Een voorproefje van zijn werk kun je alvast bekijken op de website van Enik, het eerste Herstelcollege van Nederland, een echte vrijplaats:
https://www.enikrecoverycollege.nl/