Hans van der Wilk

De jonge Hans van der Wilk
De jonge Hans van der Wilk
13-07-2015 10:11

Eerste 'ervaringsdeskundige' directeur

 

'Ik had het grote voordeel dat ik wel 7 keer opgenomen was geweest, ik was volledig gelegitimeerd', zegt oud-politicus en 'ervaringsdeskundige' Hans van der Wilk met een knipoog. Hij roert hiermee een belangrijk thema aan dat al vanaf het begin in de Cliëntenbeweging een rol speelt, maar vanaf de jaren '80 van de vorige eeuw ook grimmige trekjes kreeg: de controverse tussen 'zaakwaarnemers' en cliënten.

 

Scheidslijn

Termen als ervaringsdeskundigheid en herstel bestonden in die jaren niet. De scheidslijn tussen mensen die weleens in therapie waren geweest en cliënten/patiënten die 'echt hadden gezeten' werd meer en meer benoemd. De patiënten waren in de ogen van medici en maatschappij geestesziek en – op een enkele uitzondering na – voor altijd gedoemd inactief te blijven. 'Terwijl veel mensen gewoon per toeval in zo'n inrichting terechtkwamen, zoals juffrouw Remmers van de patiëntenraad van Coudewater, een ontzettend lief mens,' zegt Van der Wilk (77) terugkijkend.

Het boek 'Wie is van hout' van 'anti-psychiater' Jan Foudraine opende hem in 1971 de ogen over de ouderwetse inrichtingspsychiatrie. Hij had vanaf begin jaren '60 opnames meegemaakt en verbleef op dat moment 'na een zoveelste zelfmoordpoging' zwaar depressief in het Noletziekenhuis in Schiedam. De nieuwe werkwijze van Foudraine met een 'schizofrenie-patiënt' was voor vele cliënten en hun familie een inspiratie, het bleek dus ook anders te kunnen. (De beroemde Nederlandse 'anti-psychiater' werd overigens veel later door de journalist AJ Heerma van Voss ontmaskerd als 'leugenaar'.) (Mgv, ...).

 

Verslavingskliniek

Hans van der Wilk verbleef daarna nog een jaar in een verslavingskliniek. (*lemma 10) 'Een soort therapeutische gemeenschap. Ik beet mij daar vast in hoe zo'n kliniek zou kunnen werken als de patiënten een gelijkwaardige positie hadden. Het ging mij niet om gelijkheid, maar om gelijkwaardigheid.' Tussen zijn opnames door was de bevlogen Van der Wilk opgeklommen van vrijwilliger tot beroepskracht in het club- en buurthuiswerk. 'Door heel veel te lezen, ik was autodidact en had alleen een lagere schooldiploma.' Ook was hij actief in de PPR, een kleine partij die later opging in Groen Links. Zo schopte hij het in 1974 – altijd terzijde gestaan door zijn partner – zelfs tot wethouder in Schiedam.

 

Vrijwillige voorlichter

Ondertussen meldde hij zich ook aan als vrijwillige voorlichter bij Pandora. (*lemma 5). 'Door ex-patiënten als voorlichters in te zetten, heeft deze voorlichtingsorganisatie ertoe bijgedragen dat een heleboel mensen op een andere manier over psychiatrie gingen denken,' zegt hij. Als aartspoliticus en bemiddelaar werd hij algauw gevraagd bij conflicten tussen cliënten en het bedaagde bestuur en trad in 1977 aan als eerste ervaringsdeskundige directeur. Zo leidde hij het ouderwetse Pandora eind zeventiger jaren rechtstreeks de armen van de radicale gekkenbeweging in.

Hij loste zowel intern als extern vele conflicten op, maakte zich sterk voor een bundeling van belangen van cliënten in Landelijke Patiënten Raden (LPR) (*lemma 11) en zette dit kracht bij door meerdere functies in cliëntenorganisaties te bekleden. Naast zijn directeurschap van Pandora werd hij, onder licht gemor van het paternalistische bestuur, ook voorzitter van de Cliëntenbond (*lemma 7) en van de werkgroep Krankzinnigenwet, hét samenwerkingsverband waarin diverse loten aan de stam van de gekkenbeweging elkaar vonden.(*lemma 1)

 

Patiëntenbeleid

Later stond Hans van der Wilk aan de wieg van het Landelijk Patiënten Consumenten Platform (*lemma 19) Na een laureaat van het Nederlands Fonds voor de Geestelijke Volksgezondheid (nu het Fonds Psychische Gezondheid) vervulde hij vanaf eind jaren '80 hoge beleidsfuncties bij het ministerie van WVC en de Nationale Raad voor de Volksgezondheid. Hij bleef zich hier inzetten voor verbetering van het patiëntenbeleid (artikel, 1989, zie litlijst SP).

Naast zijn werk bekleedde hij politieke functies als raadslid en stadsdeelwethouder in Amsterdam Oost, waarbij hij zijn achtergrond als cliënt van de Ggz nooit onder stoelen of banken stak. Integendeel: hij deed een beroep op iedereen er openlijk voor uit te komen dat je gek was (geweest) om de bestaande taboes te doorbreken. Naast zijn grote maatschappelijke staat van dienst is hij naar eigen zeggen 'nooit van mijn depressies afgeraakt en ook nooit van mijn drang tot verslavingen’.

 

Meer over de geschiedenis van de Cliëntenbeweging:

http://www.canonsociaalwerk.eu/nl_cbg/details.php?cps=4&canon_id=399

 

reacties  0 reacties reageren